Utrechtseweg 63

Utrechtseweg  63

Landhuis 't Zuidereind, nu Malieschild Het landhuis is gebouwd in 1911, naar een ontwerp van de Amsterdamse architect H.W. Leliman en in opdracht van J.W. Kaiser. Het karakteristieke landhuis 't Zuidereind' is gebouwd in een voor de bouwtijd kenmerkende, historiserende eclectische Overgangsstijl en maakt deel uit van een lange reeks van villa's en landhuizen aan de Utrechtseweg. Omschrijving Het huis is opgetrokken vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond en staat met twee bouwlagen onder een uitkragend, met pannen gedekt schilddak met een op klossen liggende geprofileerde gootlijst. De op de nokhoeken staande schoorstenen dragen een smeedijzeren decoratie. De gevels zijn boven een met een rollaag afgedekte plint van schone baksteen opgetrokken in gepleisterde baksteen en bevatten recht gesloten gevelopeningen, waarvan de vensters voor een deel zijn voorzien van ramen met een roedenverdeling en met luiken zijn behangen. De vrijwel symmetrische voorgevel heeft in het midden een uitpandig ingangsportaal met een deur onder een gebogen kalf en een bovenlicht. Aan weerszijden van zowel de deur als het portaal bevinden zich smalle zijlichten met glas-in-lood. Het portaal heeft een plat dak met profiellijst, waarop een houten balustrade met gedraaide balusters staat. In de gevelpartij links van het portaal staan op de begane grond een klein venster en een groter venster met roedenverdeling in de bovenramen en luiken. Het smalle venster rechts van het portaal is eveneens met luiken behangen en in het bovenraam voorzien van een roedenverdeling. In het midden van de verdieping bevindt zich een onder gebogen kalf en bovenlicht staande deur, die uitkomt op het portaalplat en wordt geflankeerd door een ovaal oeil de boeuf binnen een natuurstenen cartouche met rolwerk. Aan weerszijden hiervan is een met luiken behangen venster in de gevel opgenomen. De middentravee wordt als het ware doorgetrokken boven de uitkragende dakrand. De als dakkapel fungerende gevelpartij is van het type halsgevel, waarin een tussen hoekpilsaters staand kruisraam is opgenomen en die verder is voorzien van natuurstenen klauwstukken met gebeeldhouwde voluten. De halsgevel wordt bekroond door een gebogen fronton met profiellijst en de naam van het huis. De linker zijgevel is op de begane grond voorzien van een onder schilddak staande uitbouw met in de op de weg gerichte gevel een venster met luiken. In de noordzijde van deze uitbouw zijn een venster en een deur opgenomen. De hoger opgaande middenpartij van de gevel heeft een platte beëindiging en bevat een groot traplicht met roedenverdeling en glas-in-lood. Tegen de symmetrisch ingedeelde rechter zijgevel staat een rechthoekige erker onder schilddak met een met luiken behangen venster aan weerszijden ervan. De verdieping is boven de erker voorzien van een venster met tweedelig raam en aan weerszijden. Aan weerszijden hiervan staat een hoger met luiken behangen venster. In het dakschild hierboven staat een rechthoekige dakkapel. Waardering Het landhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde, alsmede vanwege de gaafheid. Het landhuis heeft cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de bouw van woonhuizen voor de beter gesitueerden. Het landhuis is van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp, vanwege de voor de bouwtijd kenmerkende hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering en als een karakteristiek werk uit het oeuvre van een vooraanstaand architect. Het huis heeft ensemblewaarde vanwege de architectonische en stedenbouwkundige samenhang met de nabij staande bebouwing en als een bijzonder onderdeel van de landhuis- en villa-bebouwing aan de Utrechtseweg, waarmee het een belangrijke historisch-ruimtelijke relatie heeft. Het landhuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur.