Van Ghentlaan 47-49

Van Ghentlaan  47-49

Het kerkgebouw met een door middel van een tussenlid met de kerk verbonden kosterswoning is gebouwd in 1958-1959 in opdracht van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Hilversum. De beide gebouwen, alsmede een vrijstaande, links van de kerk geplaatste klokkenstoel zijn ontworpen door het Hilversumse architectenbureau C. Trappenburg. De raampartijen in de langsgevels zijn vernieuwd in 1990. Onder het grote, verhoogde bordes aan de voorzijde van het kerkgebouw is in 1994 een fietsenkelder gebouwd. Het kunstwerk boven de entree in de voorgevel is ontworpen door Pieter van Velzen, de keramische onderdelen ervan zijn vervaardigd door Jan Oosterman. De Pniëlkerk is prominent geplaatst met de voorgevel in de as van de brede Van Ghentlaan en heeft de specifieke kenmerken van de latere fase van de wederopbouwarchitectuur. Omschrijving Het hoofdvolume van het kerkgebouw is vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken in voornamelijk schone baksteen. Het gebouw staat onder een zadeldak met flauw hellende dakschilden, die zijn voorzien van een bitumineuze dakbedekking. Het gebouw heeft een symmetrisch vooraanzicht met in het midden een dubbele paneeldeur onder een betonnen latei en een groot, kleurrijk kunstwerk met twee figuren, die zijn samengesteld uit in mortel gezette keramische onderdelen. De entree en het kunstwerk hebben een betonnen omlijsting bestaande uit twee vrijstaande vierkante kolommen die een ondiepe luifel dragen. De voorgevel met hoofdentree bevindt zich aan een verhoogd, door muren omheind bordes. De gevels daarachter zijn voorzien van de in het zicht staande vensters van het souterrain onder de gebedsruimte. De linker langsgevel wordt gedomineerd door een brede en hoge, uitkragende vensterpartij, die samengesteld uit een groot aantal, in beton gevatte slanke ramen. Het beton is bekleed met platen trespa. Hoog in het gevelveld rechts van deze vensterpartij staat een vierkant venster. Onder de grote vensterpartij bevindt zich een brede koekoek met vier maal twee, tussen betonnen kolommen geplaatste vierkante vensters. Tegen de blinde achtergevel staat een rechthoekige uitbouw met een breed venster en een plat dak. Het is voorzien van een hoge, vierkante schoorsteen, die door middel van een betonnen koppelstuk met de kerkgevel is verbonden. De rechter langsgevel bevat links een hoge vensterpartij , die kan worden gezien als een smalle versie van de vensterpartij in de linker langsgevel. In het onderste deel van de gevel bevinden zich de vensters van het souterrain. Naast het souterrain loopt een hellingbaan, die wordt begrensd door een gemetselde muur. Deze muur is door middel van betonnen `luchtbogen' verbonden met de gevel van de kerk. Een plat tussenlid verbindt de kosterwoning met de kerk. De woning is opgetrokken in schone baksteen vanuit een rechthoekige plattegrond en staat met twee bouwlagen onder een zadeldak met flauw hellende dakschilden met een bitumineuze dakbedekking. De op de straat gerichte langsgevel bevat een binnen een betonnen omlijsting staande deur. Links van de deur zijn twee en recht ervan één venster in de gevel opgenomen. De gevel is rechts op de verdieping voorzien van drie vierkante vensters. In de linker kopgevel staan drie vensters boven het tussenlid. In de blinde rechter kopgevel is een grotendeels uitpandige schoorsteen opgenomen. De schoorsteen verdeeld de gevel in een breed linker en een smaller rechter deel. De achtergevel bevat op de begane grond een deur en een groot venster onder rollaag. Op de verdieping zijn in het linker geveldeel drie vierkante vensters geplaatst. De vrijstaande klokkenstoel met één luidklok bestaat uit een open constructie van betonnen staanders en dwarsbalken. Ze dragen een geknikt dak met afhangende delen, waartussen de luidklok is bevestigd Waardering Het kerkelijke complexje is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde, de architectuurhistorische waarde, de stedenbouwkundige en de ensemblewaarde, alsmede vanwege de gaafheid. De kerk en de bijbehorende onderdelen hebben cultuurhistorische waarde als een karakteristieke uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de bouw van kerken in de periode van de Wederopbouw. De kerk en de bijbehorende onderdelen hebben zijn van architectuurhistorisch belang vanwege de kwaliteit van de ontwerpen en vanwege de voor de bouwtijd kenmerkende, hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik. Het kerkelijke complexje heeft ensemblewaarde vanwege de sterke samenhang tussen de samenstellende onderdelen. Het heeft bovendien stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere, prominente situering aan het einde van de straat en als een bijzonder, beeldbepalend onderdeel van het Staatsliedenkwartier. Het kerkelijke complexje is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van de samenstellende onderdelen.